In Je bent wat je doet staan vele verwijzingen naar bronnen, achtergrondinformatie en artikelen of video's ter illustratie. Hieronder zijn alle links verzameld zodat je makkelijk door kan klikken.
– Pagina 12, noten 17 & 18 –
Lange tijd hebben psychologen gedacht dat het goed was om een hoge zelfwaardering te kweken. Daar zijn ze van teruggekomen. Met al die zelfwaardering is een narcistische samenleving ontstaan, waarin iedereen zichzelf ongelofelijk bijzonder vindt en veel jonge mensen ‘beroemd worden’ als belangrijkste ambitie hebben.
Lees hierbij: Me, me, me! America’s ‘Narcissism Epidemic’ en Het X-effect. Meer dan ooit willen kinderen later beroemd worden.
– Pagina 12, noot 20 –
Zelfwaardering is ‘alleen maar een mening’ die je over jezelf hebt en die vaak niet eens klopt; zelfsturing is daadwerkelijk gedrag en kan een beter mens van je maken. Het helpt je om trouw te zijn aan je morele kompas.
Lees hierbij de column van Roos Vonk: Zelfbedrog: Kijken door een roze bril.
– Pagina 15, noten 25 & 26 –
Om klimaatverandering en dierenleed te helpen voorkomen, wil de doorsnee Nederlander minder vlees eten – over vijf jaar. Op grotere schaal, in de politiek, gebeurt hetzelfde: onze broeikasgassen-uitstoot moet met 50 procent omlaag – in 2030. Voordat het zover is probeert ons kabinet nog hard vervuilende sectoren zoals luchtvaart en veehouderij te helpen groeien in plaats van te krimpen.
Lees hierbij: Later ga ik minder vlees eten en Ambitieuze klimaatplannen Rutte III kunnen niet rekenen op veel enthousiasme.
– Pagina 16, noot 27 –
Soms ben je zo kwaad dat je iemand helemaal niet meer wilt zien of spreken en liever je gram haalt met een kwaaie mail – terwijl je de relatie juist weer in beweging zou kunnen brengen door jezelf te overwinnen en samen in gesprek te gaan.
Lees hierbij: Advies aan Geert Wilders (en anderen die zich wel eens kwaad maken per mail).
– Pagina 18, noot 29 –
In de evolutie zijn dieren succesvol die beschutting zoeken tegen kou en ander onbehagen, en die gevaarlijke situaties tijdig ontvluchten, bijvoorbeeld de dreiging van roofdieren. In de strijd om overleving is het ook zinvol om prioriteit te geven aan het vermijden van negatieve gebeurtenissen.
Lees hierbij het artikel van Roos Vonk: Wijsheid van het hart.
– Pagina 23, noot 31 –
Gek genoeg kan het heel moeilijk zijn: trouw blijven aan nota bene onze eigen waarden. Het dagelijks leven heeft de neiging onze aandacht te sturen naar onze belangen – wat we willen hebben en voor elkaar krijgen – in plaats van onze waarden en idealen – wie we willen zijn, wat we willen uitstralen, hoe we met anderen willen omgaan en waar we in geloven. Je zou het ook ‘klein’, lokaal, versus ‘groot’, globaal denken kunnen noemen.
Lees hierbij het artikel van Roos Vonk: Klein en groot denken, van belangen naar waarden.
– Pagina 33, noot 40 –
Met al onze geavanceerde kennis en beschaving zijn uiteindelijk de instincten toch vaak de baas. Mensen noemen dat ook weleens ‘trouw zijn aan je gevoel’, maar dat is misleidend wanneer ze ‘de onderbuik’ bedoelen: de gevoelens van wat ik de kleuter heb genoemd, de primitieveling, het monstertje.
Lees ook hierbij de column: Wijsheid van het hart en Klein en groot denken, van belangen naar waarden.
– Pagina 55, noot 70 –
Bij astronauten die de aarde vanuit de ruimte hebben gezien, ontstaat vaak een sterke drang om de aarde te redden. Door de afstand hebben ze de aarde gezien als een kwetsbare planeet. Dit wordt het overview-effect genoemd. Zolang we op aarde zijn missen we dat perspectief en lijken aardse beslommeringen, zoals economische groei, veel belangrijker.
Lees hierbij: Vanuit de ruimte is de aarde een kwetsbaar ruimteschip.
– Pagina 60, noot 77 –
‘Emoties vernauwen je blik en kunnen je gedachten en je gedrag dwangmatig en onvrij maken.’
Nico Frijda noemt dit ‘stuurvoorrang’: de emotie stuurt je gedrag en je gedachten en beheerst op dat moment alles wat er in je omgaat; je bent gefixeerd op een doel en je negeert informatie die daar niet direct mee te maken heeft. De emotie belemmert andere activiteiten, vermindert de zelfbeheersing en staat een ruime kijk op de zaak in de weg.
Lees hierbij de column: Emotionele incontinentie.
– Pagina 66, noot 83 –
In het algemeen geldt: mensen zijn op hun best wanneer ze vaak en met regelmaat feedback krijgen op wat ze doen, het resultaat van hun acties zien. Dat sluit het beste aan bij onze natuur: het grootste deel van onze evolutionaire geschiedenis leefden we als nomaden en als jager-verzamelaars. Bij alles wat we deden – jagen, vruchten verzamelen, houthakken, een vuurtje stoken – zagen we direct het effect en konden we ons werk al doende bijstellen om een goed resultaat te bereiken.
Lees hierbij de column van Roos Vonk: Nomaden, en het artikel Rust in je hoofd.
– Pagina 69, noot 90 –
Het probleem van navelstaren is dat het te veel naar binnen gekeerd is, te narcistisch – want de wereld draait niet om jou – en dat je daardoor niet van een afstandje naar jezelf kijkt. Je wordt te veel opgeslokt door jezelf en je gevoelens. Je kunt dat doorbreken door iets te gaan dóén. Dat verzet je zinnen en het relativeert: het doet je beseffen dat er een grotere wereld om je heen is.
Lees hierbij de column van Roos Vonk: Navelstaren. Doorbreek de cirkel van lage zelfwaardering, tobben en behaagzucht.
– Pagina 71, noot 93 –
Positief denken kan goed zijn voor je inzet, motivatie en zelfvertrouwen. Maar er is een keerzijde: je kunt blijven hangen in fantasieën en dagdromen. Dat bleek bijvoorbeeld uit een onderzoek* onder mensen met goede voornemens voor het nieuwe jaar: degenen die het meest aan wishful thinking deden, hadden de minste kans op succes.
*Solutions to resolution dilution.
– Pagina 80, noot 105 –
Je brein kan zich je hele leven blijven aanpassen. Elke minuut worden er nieuwe verbindingen aangelegd, versterkt, verzwakt of verbroken. Hersendelen die je vaak gebruikt kunnen groeien. Een bekend voorbeeld is dat van Londense taxichauffeurs: zij moeten de gehele plattegrond van Londen leren voor een topografisch examen (The Knowledge) om als chauffeur aan de slag te kunnen, en hebben daarna een groter geheugengebied in het brein.
Lees hierbij het artikel: Cache Cab: Taxi Drivers’ Brains Grow to Navigate London’s Streets.
– Pagina 88, noot 122 –
Door de keuzes die je maakt en de ervaringen waaraan je jezelf blootstelt, beïnvloed je jezelf. Dat gebeurt doordat riedels die je vaak herhaalt beter inslijten en dus meer vanzelf gaan. Het brein krijgt geen kans een andere ervaring op te doen. Denk aan een paard dat altijd een suikerklontje krijgt wanneer oma op bezoek komt; het verschijnen van oma leidt dan steevast tot het verlangen naar dat suikerklontje – zoals bij de hond van Pavlov*, die ging kwijlen bij het geluid van een bel, nadat hij die bel herhaaldelijk had gehoord als-ie eten kreeg.
– Pagina 90, noot 125 –
Hoe meer neurologische kennis wetenschappers vergaren, des te meer ontdekken ze welke hersengebieden verantwoordelijk zijn voor wat. Zo kunnen ze menselijk gedrag steeds meer ‘verklaren’, enkel en alleen op basis van het brein, door aan te geven waar ‘het’ precies gebeurt. Met dit neurocentrisme verdwijnt de keuzevrijheid uit beeld. Het is zelfs zo dat advocaten vandaag de dag bij rechtszaken met breinscans aan komen zetten. ‘Edelachtbare, kijk, dit gebied is onderontwikkeld, zodoende heeft mijn cliënt geen controle over zichzelf.’
Lees hierbij het artikel: Distinguishing Brain From Mind. Sometimes focus on the brain is misleading.
– Pagina 100, noot 143 –
In haar TED-lezing vertelt onderzoekster Amy Cuddy over het onderzoek naar power posing; ze vertelt ook hoe je deze truc kunt gebruiken om je zelfvertrouwen op te peppen, en hoe dit haar zelf in haar carrière heeft geholpen om haar typisch vrouwelijke ‘kan ik dit wel?’-twijfels te overwinnen.
Bekijk hierbij: Amy Cuddy: Your body language shapes who you are.
– Pagina 116, noot 178 –
Kom in beweging. Beweging is goed om te zorgen dat je je lekkerder voelt: het helpt tegen depressie, somberheid, boosheid en stress. Zelfs een kwartiertje fietsen kan al voldoende zijn om je weerbaarder te maken voorafgaand aan een emotioneel belastende situatie, bleek uit onderzoek.*
– Pagina 122, noot 189 –
In een onderzoek* keken verslaafde gokkers en recreatieve gokkers naar plaatjes van de resultaten van één keer draaien aan de fruitautomaat. Bij een winst-resultaat, bijvoorbeeld een serie goudstaven op een rij, wees de hersenactiviteit van alle deelnemers uit dat ze opgetogen raakten. Bij een bijna-raak/net-niet-resultaat toonden de gokverslaafden dezelfde opgetogen reactie. De niet-verslaafde gokkers reageerden juist hetzelfde als bij verlies: hun brein beschouwt ‘net niet’ als ‘niet’, terwijl gokverslaafden er opgewonden van worden.
– Pagina 126, noot 199 –
Door de behoefte onze tijd zo efficiënt mogelijk te besteden proberen we toch te multitasken, maar het gevolg is eerder averechts. Om te beginnen kost het extra tijd, én het maakt je minder effectief: het lijkt alsof je dingen efficiënter doet, maar iedere switch van aandacht kost tijd en energie. Vooral bij complexe taken betekent dit dat je tot 40% extra tijd nodig hebt, vergeleken met de situatie waarin je de taken één voor één zou afronden.
Bron: Multitasking: Switching costs. Subtle “switching” costs cut efficiency, raise risk.
– Pagina 127, noot 200 –
Kinderen maken hun huiswerk slechter wanneer ze ondertussen tv-kijken, en werknemers presteren slechter wanneer ze geregeld hun e-mail checken.
Bron: Multitasking Muddles Brains, Even When the Computer Is Off.
– Pagina 128, noot 205 –
Door het voortdurend schermgebruik verliezen mensen het vermogen om zich met toewijding op één ding te richten. Deze negatieve effecten blijven bestaan als de computer en de smartphone uit staan, doordat mentale vaardigheden – zoals concentratievermogen – achteruitgaan wanneer je ze weinig gebruikt. Het eindresultaat is dat je een rusteloze mediajunk wordt die obsessief steeds weer prikkels zoekt: je hebt socialbesitas.*
* Socialbesitas: 600 WhatsApp-berichten per dag en altijd je mobiel voelen trillen.
– Pagina 128, noot 206 –
Volgens Oxford-hoogleraar Susan Greenfield dreigt alle digitale afleiding onze psyche zelfs te infantiliseren:* met een korte aandachtsspanne en een brein dat weinig rust en empathie kent en voortdurend vermaakt wil worden, ontwikkelen we bijna letterlijk een kleuterbrein.
*Bron: The Quest for Identity in the 21st Century.
– Pagina 131, noot 208 –
Wanneer het object van begeerte mega-duidelijk ‘nee’ zegt en het contact verbreekt, is dat eigenlijk het beste voor de ongelukkige verliefde. Dan krijgt de sjoemelaar (‘Alleen vrienden zijn is óók leuk, hoor!’) geen kans en ben je er het snelst overheen. Maar vaak zit de geliefde zo niet in elkaar. Het is bijvoorbeeld iemand die wel een beetje wil maar niet helemaal voor je gaat, of iemand die al bezet is, of iemand met bindingsproblemen.
Meer over bindingsproblemen in het artikel van Roos Vonk: Binding en intimiteit: Een kwestie van vertrouwen.
– Pagina 141, noot 221 –
Het impostor(oplichters-)gevoel, is het gevoel dat je maar doet alsof, en dat op een kwade dag zal blijken dat je het helemaal niet kunt. Mensen hebben de indruk dat het bij anderen meer vanzelf gaat en beseffen niet hoeveel anderen net zozeer hun twijfels over zichzelf verbergen. Al die mensen proberen ook maar wat, weten ook nooit zeker of het wel gaat lukken; net als jij dus.
Lees hierbij de column van Roos Vonk: ‘’Op een dag ontdekken ze dat ik dit eigenlijk niet kan’’
– Pagina 150, noot 229 –
Als voorvechter van een samenleving zonder intensieve veehouderij heb ik de enorme creativiteit van mensen op het gebied van zelfrechtvaardiging goed leren kennen. Als het gaat om het dierenleed in de vee-industrie, heb ik verstokte vleeseters en veehouders bijvoorbeeld horen zeggen: ‘Die dieren vinden dat niet erg, want die worden er speciaal voor gefokt’; ‘Denk eens aan bont, dat is veel erger’ (of iets anders wat ‘veel erger’ is).
Lees hierbij de column van Roos Vonk: Hoe je dankzij zelfrechtvaardiging niemand hoeft te helpen.
– Pagina 159, noot 239 –
Ook intieme relaties kunnen scheef zijn, wanneer de ene partner meer wil – meer tijd samen, meer intimiteit, meer commitment – en vaak ook verliefder is dan de andere. De afhankelijke partij heeft de ander harder nodig (in emotionele of praktische zin) en doet vaker een beroep op de ander dan omgekeerd.
Lees hierbij de column van Roos Vonk: In een scheve relatie wil de een meer van de ander dan de ander van de een.
– Pagina 172, noot 257 –
De woonomgeving van mensen kan een enorme invloed hebben op wat ze doen – wat ze eten, hoe ze bewegen, en dus ook op hun gezondheid. Dit is ook het uitgangspunt van de zogenoemde JOGG-gemeenten (Jongeren Op Goed Gewicht) in Nederland, die overgewicht aanpakken via lokale interventies zoals het aanbod van eten op scholen en de vormgeving van de omgeving, bijvoorbeeld de fietsbaarheid van een stad.
Zie ook: Jongeren op gezond gewicht.
– Pagina 180, noot 287 –
Er zijn diverse methoden om je smartphonegebruik te beperken en bewust informatie te missen die er ook echt niet toe doet. De verwachting is dat mensen steeds meer gebruik gaan maken van dergelijke drempels en blokkades; mensen willen langzamer leven, meer mindful, en zich afschermen van de stortvloed aan informatie die ze via sociale media krijgen. Daar is zelfs een term voor, jomo: de joy of missing out.
Lees hierbij: So Long, FOMO – Here’s Why 2014 Will Be Year Of The JOMO (Joy Of Missing Out).
– Pagina 180, noot 288 –
Mensen kunnen verslaafd raken aan sociale media door het zogenoemde fear of missing out– syndroom, afgekort fomo. Als je eenmaal actief bent op Snapchat, Instagram of Facebook, dan weet je dat er de hele tijd van alles gebeurt en kan de angst ontstaan om iets te missen. Uit Amerikaans onderzoek* bleek dat gebruikers in de loop der tijd steeds vaker op een dag inloggen om te kijken wat er gebeurt; 27 procent deed dat direct na het wakker worden.
*Report: 56% of Social Media Users Suffer From FOMO.
– Pagina 181, noot 289 –
De verslaving aan smartphone en tablet illustreert op zichzelf al heel mooi hoe de omgeving ons gedrag beïnvloedt. De voortdurende beschikbaarheid van internet en de mogelijkheid om continu in contact te staan met anderen heeft ons gedrag veranderd en ns een leven gebracht met veel onderbrekingen. Dat is leuk te zien in een filmfragment uit 1999 waarin Frans Bromet mensen op straat vraagt of ze een mobiele telefoon hebben. De meesten vinden het flauwekul om altijd bereikbaar te moeten zijn. ‘Als ze me willen bereiken, schrijven ze maar een brief,’ zegt iemand zelfs.
Bekijk hierbij: Mobiel Bellen in 1999.
– Pagina 182, noot 292 –
Jongere generaties hebben vaker overgewicht en andere gezondheidsproblemen (zoals hoge bloeddruk). Dat is verklaarbaar doordat de omgeving van kinderen steeds meer verleidingen biedt en ook meer mogelijkheden om het ervan te nemen; voor kinderen en pubers is er overal veel lekkers, ze hoeven niet veel te bewegen, ze vermaken zich op de computer en de smartphone in plaats van moet voetballen of touwtjespringen. Als ze ouder worden, worden ze niet slanker, want dan zitten hun gewoontes al aardig vastgeroest. Dit zou ervoor pleiten om bijvoorbeeld schoolmelk te vervangen door groente- en fruithapjes, zodat kinderen gezonde eetgewoontes aanleren. Want melk bevat dierlijk vet, en is dus niet zo gezond.
Bron: Meer plantaardig eten.
– Pagina 183, noot 300 –
In een aflevering van TROS Radar werd uitgelegd hoe fabrikanten steeds zoeken naar samenstellingen van zout, vet en suiker die een gevoel oproepen van verlangen (ze noemen dat craveability) en ‘ik wil meer’ (more-ishness), eigenschappen van het product waardoor je maar blijft graaien. Bij het maken van nieuwe zoutjes wordt zelfs bestudeerd of ze smakelijk genoeg klinken als ze kraken.
Bekijk hierbij: Suiker, zout en vet Hoe bewust zijn onze keuzes als het op eten aankomt?
– Pagina 184, noot 302 –
In de woorden van hoogleraar voedingsleer Martijn Katan: ‘Er komen meer geluidsingenieurs te pas aan nieuwe chips dan aan de nieuwe cd van Lady Gaga.’ Daarom, concludeert hij, ‘kan ik u alleen aanraden om op te passen met lekkere dingen’.
Bron: Onmetelijk verleidelijk.
– Pagina 189, noot 321 –
Geliefden kunnen een sterk positieve invloed hebben op elkaar. Als mensen met hechtingsproblemen (zoals bindingsangst of bindingsdrang) een langdurige relatie hebben met iemand die een gezonde hechtingsstijl heeft, wordt ook hun eigen hechting op den duur gezonder. Zit je in een scheve relatie, waarin jij steeds degene bent die eraan trekt, of juist degene die zich onttrekt, dan is het goed te bedenken dat dit in een andere relatie niet zo hoeft te zijn.
Meer over bindingsproblemen in het artikel van Roos Vonk: Binding en intimiteit. Een kwestie van vertrouwen.
– Pagina 195, noot 333 –
Meerdere onderzoeken hebben aangetoond dat gedrag van mensen, zoals roken of te veel eten, kan zich verspreiden als een virus. Voor een deel is dit een gevolg van besmetting via automatische imitatie, maar ook sociale normen spelen een belangrijke rol. Dingen worden meer aanvaardbaar als veel mensen in je omgeving het doen. Denk ook aan vlees eten, wat nu nog aanvaardbaar wordt gevonden in de meeste kringen (want iedereen doet het) maar volgens verschillende deskundigen ‘het nieuwe roken’ aan het worden is.
Lees hierbij: Vlees eten is het nieuwe roken, Vlees is het nieuwe roken, zegt deze hoogleraar, en dat is goed nieuws en Waarom we nog steeds vlees eten en hoe we dat kunnen veranderen.
– Pagina 217, noot 358 –
Voordat de beschaving er was zoals we die nu kennen, leefden mensen als nomaden in groepen van enkele tientallen bij elkaar. Ze leefden van wat er was in het bos; als het op was, trokken ze verder. Ze bewaarden niets, ze deelden wat er was met elkaar, bijvoorbeeld als iemand een zwijn had gevangen.
Lees hierbij de column van Roos Vonk: Rust in je hoofd.
– Pagina 243, noot 380 –
Het concreet maken van je plan betekent vaak dat je vooraf al de benodigde maatregelen treft in je omgeving, bijvoorbeeld sportkleding kopen of, als je wilt afvallen, snacks op een moeilijke plaats leggen en kleinere borden kopen. Mensen die succesvol zijn in het uitvoeren van hun goede voornemens hebben vaker dat soort concrete voorbereidingen getroffen, blijkt uit onderzoek.
Bekijk hierbij: New Year’s Resolutions.